Ik zie ze vliegen

Mijn vingertoppen tintelen. Ik houd mijn hoofd schuin en knijp mijn ogen tot spleetjes om mijn zicht te herstellen, want ik kan de woorden op mijn beeldscherm niet goed meer lezen. Plotseling word ik mij bewust van mijn opgetrokken schouders, stijve nek, verkrampte tenen door het spastisch kromtrekken van mijn voeten in mijn schoenen en mijn hart dat stevig in mijn keel bonkt. Mijn vingertoppen zijn ondertussen gevoelloos. Mijn blikveld heeft zich inmiddels beperkt tot een wazige blur. Letters dansen over het beeldscherm en ik heb moeite om ze tot woorden te vormen, het maken van zinnen behoort al helemaal niet meer tot mijn opties. Ik heb het koud, of toch warm? Prrrrrrrrrrtttt, de printer spuugt een blaadje uit. Gaat dat altijd met zoveel herrie en geweld? Ik schrik op, het is de deur die in het slot valt. Au, mijn maag trekt zich samen en mijn darmen protesteren zenuwachtig alsof ik het podium moet betreden om de nobelprijs voor de vrede in ontvangst te nemen en een miljoenenpubliek moet toespreken. Ik kijk naar de deur, daar moet ik heen. Naar buiten, frisse lucht. Maar hoe dan? Ik ben duizelig en bang dat ik omdonder als ik opsta. Krijg ik mijn ene voet eigenlijk nog wel voor de andere? Ik pak mijn telefoon. Ik bel mijn lief, vertrouwd contact. Al bellend strompel ik naar de deur. Eindelijk buiten. Ik zucht – of puf eigenlijk, zoals barende vrouwen in films dat doen – en adem uit om vervolgens weer diep in te ademen, door mijn buik, want dat is goed, zeggen ze. Na dit een keer of tien te hebben herhaald, komt er weer gevoel in mijn vingertoppen en kan ik weer zien waar ik me begeef (goddank gewoon keurig op de stoep en niet op de landingsbaan van Hato of de top van de Mount Everest, dat zou pas onhandig zijn). Dat was nummer twee…

Paniekaanval

Het paniekmonster

Een paniekaanval. Het overkomt je en als het monster van paniek je eenmaal in zijn greep heeft, laat hij niet zomaar meer los. Mijn eerste paniekaanval was oprecht het engste wat ik ooit heb meegemaakt. Ik dacht dat ik gek werd, letterlijk, of dood neer zou vallen, ook letterlijk. Anyway: het kwam NOOOOOIT meer goed met me, daar was ik 200% van overtuigd. Net zo overtuigd was ik dat ik het doucherandje (van 5cm hoog) niet over kon stappen, mezelf zou verslikken in een stukje appel, de rem van de auto niet meer zou kunnen vinden of niet meer kon praten (overigens vrij lastig als nieuwslezer op de radio). Doodeng. En natuurlijk de grootste onzin aller tijden, maar die realiteitszin ben je tijdens zo’n aanval volledig kwijt. Irreële angsten stapelen zich op, samen met fysieke ongemakken door een overdosis zuurstof van het hyperventileren, wat vervolgens de irreële angsten alleen maar versterkt – ‘zie je nou wel, ik word gek!’ – en zodoende een vicieuze cirkel van idiote gedachten en beangstigende fysieke kwalen wordt. Het is realistischer om opgepikt te worden door een ruimteschip dan dat doucherandje over te stappen of een stuk appel door te slikken. Geloof me, het is heus! Ik heb me nog nooit eerder zo koekkoek gevoeld. Echt, gekke Henkie en malle Jaapie zijn er niets bij. ‘Hé, zie ik daar een olifant vliegen?’, maar dat bleek de oxazepam te zijn die de dokter me had gegeven om ‘rustig te worden’. Die heb ik snel weggeflikkerd. Olifanten die door de lucht zweven – ik ben nogal gevoelig voor medicijnen en met een postuur van 55kg ben ik ook minder flink dan ik mezelf soms voor doe – werken bij mij persoonlijk niet echt als ‘rustgevend’. Dus doorsta ik een aanval op eigen kracht, met een klein beetje homeopathische hulp van Dr. Vogel.

De keerzijde van de medaille

Inmiddels heb ik twee grote paniekaanvallen doorstaan en nog wat kleine stuiptrekkingen als een bevallende vrouw weggepuft. Je kan dus wel stellen dat het fenomeen ‘paniekstoornis’ onderdeel is geworden van mijn leven. Niet echt het vinkje op mijn bucketlist waar ik op zat te wachten. Maar goed, echt verrassend is het ook weer niet. Tikjes, verslavingen en stoornissen zijn mij namelijk niet vreemd. Dat is nou eenmaal de keerzijde van een intelligente kop, intens karakter, gedreven temperament en gevoelige aard. Intens gelukkig zijn, betekent soms ook intens in de put zitten, in mijn geval althans. Dus zit er niets anders op dan het grote paniekmonster te omarmen en toe te laten in mijn leven. Verzetten maakt het het toch alleen maar erger, zei de stoorniservaringsdeskundige. Dus krijgt ook dit monster zijn eigen hok in mijn collectie aan vreemde huisdieren.

Overwinning

Dat klinkt als sneu en ingewikkeld, maar dat is het niet. Althans, het sneue gedeelte, ingewikkeld is het inderdaad soms wel, maar nobody said it would be easy. Zonder dalen immers geen pieken, zonder strijd geen overwinning en zonder wrijving geen glans, zo blijkt maar weer. Dus na al die shining blogs over mijn geweldige leven als succesvol onderneemster op een tropisch eiland, hebben jullie ook het recht om eens kennis te maken met de mensen-mens achter deze bijna too good to be true-verhalen. Tadaaa, dit ben ik!

Maar de volgende keer gewoon weer een succesverhaal hoor, ik ben natuurlijk geen zielige jankerd 😉

Tot de volgende…

 

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *