De mietjesmaatschappij

Ben ik zo oud geworden of is de wereld zo aan het veranderen? Ik ben pas 31 zomers jong en ik merk dat ik nu al een enorme hang naar ‘vroeger’ krijg. Hoe moet ik in godsnaam de komende 69 jaar (juist, ik heb bedacht 100 te worden, als ik een keer stop met roken en rode wijn, wellicht) doorkomen zonder een verbitterde, oude, grijze knar te worden? Ik roep nog net niet dat ‘vroehah alles betah’ was, maar ik hang er wel tegenaan. Want sjongejonge, man-o-man, guttegut, zei oma de vrouw: kunnen we het even over de mietjes van tegenwoordig hebben? Jongeren die bang zijn om hun handen vuil te maken, vrouwen die niet meer weten wat een stoppenkast is en sinds wanneer is het oké dat mannen janken? Mietjes zijn het, allemaal.

Bakkies papieren en bier tappen

Ik was 8 jaar, toen stond ik al bakkies te papieren bij mijn vader in de schuur. We hadden een eigen kas (zo’n ding van glas waar je groenten in teelt, want nee, die worden niet door de AH zelf gemaakt). Eerst teelde mijn vader tomaten, daarna paprika’s, later hadden we ook een hoekje bloemen. We brachten die zelf met de tractor (lees: trekker voor de insiders) naar de veiling; ik met mijn kaplaarzen aan (echte groene wel te verstaan, niet van de mietige gekleurde Jip en Janneke dingen) bij mijn Rumag Omavader op schoot. Groenten werden toen nog vervoerd in kisten, daar moest eerst een papiertje in. Dat papiertje in het ‘bakkie’ doen, was mijn taak. Als ik mij niet vergis kreeg ik een dubbeltje per kist. Makkelijk verdiend, dacht ik als 8-jarige ondernemer, dus stapelde ik na school hele pallets (die houten dingen die je bij hippe festivals ziet als trendy loungebank, maar eigenlijk bedoeld zijn voor transport, juist die ja) vol met kisten.

Het was mijn eerste bijbaan en er zouden er nog vele volgen: van bloemkool doppen en broden verkopen tot zonnebanken poetsen en bier tappen in de plaatselijk lokale kroeg in het dorp. Tijdens de basisschool, middelbare school en naast mijn studie, totdat ik ‘echt’ aan het werk ging (die overgang was daardoor overigens bijzonder soepel, omdat ik al ruimschoots kennis had gemaakt met het fenomeen werken). De helft van mijn verdiende geld ging altijd in mijn spaarpot, want dat moest van mijn hardwerkende, altijd met twee benen stevig op de grond staande, Westlandse ouders. Dus dat deed ik braaf en zodoende kocht ik op mijn 18e mijn eerste eigen auto, uit eigen zak, van alle bakkies papieren, broden verkopen en biertjes tappen. En ik had zelfs nog over. Logisch toch? Ik vind van wel, maar ik begin mij zo langzamerhand een uitstervend ras te voelen.

Een draai om je oren

De jeugd van tegenwoordig (oh god, nu klink ik echt als een oma) heeft het ‘te druk’ (met hun telefoon) om te werken, want moet zich namelijk echt 100 procent ‘focussen’ (tussen alle apps, posts, tweets en chats door) op hun studie en bovendien moeten deze 2.0 jongeren uitkijken dat ze niet te veel ‘stress’ (‘hij reageert niet op mijn app, terwijl hij mijn berichtje wel heeft gelezen!’) krijgen, want voor je het weet heb je zomaar een ‘burn-out’ (of een andere serieuze kwaal wat als een soort modeverschijnsel als excuus van de eeuw wordt gebruikt) te pakken. JongerenDat zeg ik: mietjes. Deze kids nemen zichzelf en het leven iets te serieus als je het mij vraagt en sinds de corrigerende tik als ‘mishandeling’ wordt bestempeld, lijken ouders ook niet meer te weten hoe ze hun kroost moeten bijsturen. Ik pleit daarom voor het opnieuw invoeren van de ‘draai om te oren’, maar laat ik daar maar een beetje mee uitkijken, voordat ik op de gevoelige teentjes van de mietjesmaatschappij trap.

Anyway, het resultaat van deze aanstellerij en betutteling zijn jongvolwassenen die niet weten hoe het is om de handen uit de mouwen te steken, hoe ze verantwoordelijkheid moeten nemen in het leven, die geen prioriteiten kunnen stellen, niet kunnen dealen met de consequenties van de keuzes die ze maken en niet snappen dat ‘ergens geen zin in hebben’ niet altijd een geldig excuus is om iets niet te hoeven doen. Met als gevolg pasafgestudeerden die liever een uitkering trekken dan ‘onder hun niveau’ (want als je net van school komt en nog nooit gewerkt hebt, dan snap je de wereld ofzo?) gaan werken, mannen die geen eelt meer op hun handen hebben Oma zei altijden gemiddeld vaker janken dan mijn nichtje die nog luiers draagt, vrouwen die niet weten wat een stoppenkast is en de wegenwacht bellen om een band te laten verwisselen. Dat zeg ik toch: mietjes. Oké toegegeven, ik weet niet hoe het is om op te groeien in een wereld waar cyberpesten normaler is dan een potje matten op het schoolplein en hoe het is om als ouder ‘mama, mag ik op de iPad’ vaker te horen dan ‘mama, mag ik buitenspelen’. De wereld verandert, dat is een feit. Om bij te blijven, veranderen we mee, dat is goed. Maar moet alles van ‘vroeger’ dan ook verloren gaan?

Lieve kids, doe oma een plezier en luister gewoon af en toe eens naar haar wijze adviezen uit de tijd dat de lucht nog schoon en seks nog vies was, want die ouwe knar is zo achterlijk nog niet.

Tot de volgende…

 

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *